- VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID
PERSCONFERENTIE
Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB
Frankfurt am Main, 8 september 2022
Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.
De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 75 basispunten te verhogen. Deze belangrijke stap vervroegt de transitie van de huidige zeer accommoderende beleidsrentetarieven naar een niveau dat zal zorgen voor een tijdige terugkeer van de inflatie naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. Op basis van onze huidige beoordeling verwachten we de rentetarieven tijdens de volgende vergaderingen verder te verhogen om de vraag te temperen en bescherming te bieden tegen het risico van een aanhoudende opwaartse verschuiving van de inflatieverwachtingen. We zullen ons beleidstraject regelmatig opnieuw beoordelen aan de hand van beschikbaar komende informatie en de ontwikkeling van de inflatievooruitzichten. Onze toekomstige rentebesluiten zullen gebaseerd blijven op data en een benadering per vergadering volgen.
We hebben dit besluit vandaag genomen, en we verwachten de rentetarieven verder te verhogen, omdat de inflatie nog steeds veel te hoog is en waarschijnlijk voor langere tijd boven onze doelstelling blijft. Volgens de flashraming van Eurostat kwam de inflatie in augustus uit op 9,1%. De sterk stijgende energie- en voedselprijzen, de druk vanuit de vraagzijde in een aantal sectoren als gevolg van de heropening van de economie, en knelpunten bij de toelevering blijven de inflatie opstuwen. De prijsdruk is blijven toenemen en zich blijven verspreiden over de economie, en de inflatie kan op korte termijn verder stijgen. Naarmate de huidige bepalende factoren voor de inflatie in de loop der tijd wegebben en de normalisatie van ons monetair beleid doorwerkt in de economie en de prijsstelling, zal de inflatie gaan dalen. Voor de toekomst hebben medewerkers van de ECB hun inflatieprojecties aanzienlijk opwaarts bijgesteld: de verwachting is nu dat de inflatie uitkomt op gemiddeld 8,1% in 2022, 5,5% in 2023 en 2,3% in 2024.
Na het herstel in de eerste helft van 2022 duiden recente gegevens op een aanmerkelijke daling van de economische groei in het eurogebied. Naar verwachting zal de economie later dit jaar en in het eerste kwartaal van 2023 stagneren. De zeer hoge energieprijzen verminderen de koopkracht van de inkomens van mensen en hoewel de knelpunten bij de toelevering afnemen, zetten ze nog steeds een rem op de economische bedrijvigheid. Daarnaast drukken de ongunstige geopolitieke omstandigheden, met name de ongerechtvaardigde agressie van Rusland ten opzichte van Oekraïne, het vertrouwen onder bedrijven en consumenten. Deze vooruitzichten vinden hun weerslag in de meest recente projecties van medewerkers voor de economische groei, die aanzienlijk naar beneden zijn bijgesteld voor de rest van het huidige jaar en heel 2023. De medewerkers verwachten nu dat de economie met 3,1% groeit in 2022, met 0,9% in 2023 en met 1,9% in 2024.
De langdurige kwetsbaarheden als gevolg van de pandemie vormen nog steeds een risico voor de soepele doorwerking van ons monetair beleid. De Raad van Bestuur zal daarom flexibiliteit blijven toepassen bij de herinvesteringen van vrijvallende aflossingen uit de portefeuille van het pandemie-noodaankoopprogramma (pandemic emergency purchase programme – PEPP), om risico’s voor het transmissiemechanisme in verband met de pandemie tegen te gaan.
De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website. Om 15.45 uur zal een afzonderlijk technisch persbericht worden gepubliceerd over de rentevergoeding op overheidsdeposito's.
Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.
Economische bedrijvigheid
In het tweede kwartaal van 2022 groeide de economie van het eurogebied met 0,8%, hoofdzakelijk vanwege sterke consumptieve bestedingen aan contactintensieve diensten, volgend op de opheffing van coronamaatregelen. Gedurende de zomer profiteerden landen met een grote toeristische sector er vooral van dat mensen meer reizen maakten. Tegelijkertijd werden bedrijven geconfronteerd met hoge energiekosten en aanhoudende knelpunten bij de toelevering, hoewel die laatste geleidelijk aan afnemen.
Hoewel de sterke opleving in de toeristische sector de economische groei in het derde kwartaal een impuls gaf, verwachten we dat de economische groei voor de rest van het jaar aanzienlijk zal vertragen. Dit is het gevolg van vier hoofdfactoren. Allereerst zorgt de hoge inflatie voor een dempend effect op uitgaven en productie in de hele economie en deze ongunstige factoren worden versterkt door verstoringen in de gasvoorziening. Ten tweede zal de sterke opleving van de vraag naar diensten als gevolg van de heropening van de economie in de komende maanden afnemen. Ten derde zorgen de afzwakkende mondiale vraag, ook tegen de achtergrond van krapper monetair beleid in veel grote economieën, en de verslechterende ruilvoet ervoor dat de economie in het eurogebied minder ondersteund wordt. In de vierde plaats blijft de onzekerheid groot en laat het vertrouwen een scherpe daling zien.
Tegelijkertijd is de arbeidsmarkt sterk gebleven en deze ondersteunt de economische bedrijvigheid. De werkgelegenheid nam in het tweede kwartaal van 2022 met meer dan 600.000 mensen toe. Daarnaast was de werkloosheid in juli historisch laag, namelijk 6,6%. Het totale aantal gewerkte uren steeg in het tweede kwartaal van 2022 verder, met 0,6%, en staat nu hoger dan voor de pandemie. Waarschijnlijk zal de afnemende groei van de economie leiden tot enige stijging van de werkloosheid.
Begrotingsmaatregelen om het effect van de hogere energieprijzen te verlichten zouden tijdelijk moeten zijn en gericht op de meest kwetsbare huishoudens en bedrijven om te voorkomen dat de inflatoire druk wordt aangewakkerd, om de efficiency van overheidsuitgaven te vergroten en om de houdbaarheid van de schuld te handhaven. Structureel beleid moet gericht zijn op versterking van het groeipotentieel en vergroting van de veerkracht van het eurogebied.
Inflatie
De inflatie is in augustus verder opgelopen tot 9,1%. De energieprijsinflatie bleef op een uiterst hoog niveau (38,3%) en was opnieuw de belangrijkste component van de totale inflatie. Marktindicatoren geven aan dat de olieprijzen in de nabije toekomst zullen matigen, terwijl de groothandelsprijzen voor gas uitzonderlijk hoog zullen blijven. Ook de inflatie van de voedselprijzen is in augustus gestegen, tot 10,6%, deels als gevolg van hogere inputkosten in verband met energie, verstoringen van de handel in voedingsgrondstoffen en ongunstige weersomstandigheden.
De knelpunten bij de toelevering nemen af, maar blijven geleidelijk doorwerken in de consumptieprijzen en zetten opwaartse druk op de inflatie, net als het herstel van de vraag in de dienstensector. De depreciatie van de euro heeft ook bijgedragen aan de opbouw van inflatoire druk.
De prijsdruk verspreidt zich over steeds meer sectoren, onder meer door het effect van de hoge energiekosten in de hele economie. De maatstaven van de onderliggende inflatie blijven dan ook op een hoog niveau en volgens de meest recente projecties van medewerkers zal de inflatie exclusief voedingsmiddelen en energie uitkomen op 3,9% in 2022, 3,4% in 2023 en 2,3% in 2024.
De veerkrachtige arbeidsmarkt en een inhaaleffect ter compensatie van de hogere inflatie dragen waarschijnlijk bij aan de loongroei. Tegelijk duiden binnenkomende gegevens en recente loonakkoorden erop dat de loonontwikkeling al met al gematigd blijft. De meeste maatstaven van de inflatieverwachtingen voor de langere termijn bedragen momenteel circa 2%, hoewel recente herzieningen van sommige indicatoren tot boven de doelstelling nauwlettend moeten worden gevolgd.
Beoordeling van risico's
In het licht van de vertragende mondiale economie zijn de risico’s voor de groei hoofdzakelijk neerwaarts gericht, vooral op korte termijn. Zoals in het neerwaartse scenario van de medewerkersprojecties wordt aangegeven, blijft een langdurige oorlog in Oekraïne een aanzienlijk risico voor de groei, vooral als bedrijven en huishoudens geconfronteerd zouden worden met rantsoeneringen in de energievoorziening. In een dergelijke situatie zou het vertrouwen verder verslechteren en zouden de beperkingen aan de aanbodzijde kunnen verergeren. Ook de kosten voor energie en voeding zouden aanhoudend hoger kunnen blijven dan verwacht. Een verdere verslechtering van de mondiale economische vooruitzichten zou de vraag naar goederen en diensten uit het eurogebied verder kunnen afremmen.
De risico’s in verband met de inflatievooruitzichten zijn voornamelijk opwaarts gericht. Evenals voor de groei betreft het grootste risico op de korte termijn een verdere verstoring van de energievoorziening. Op middellange termijn kan de inflatie hoger uitvallen dan verwacht als gevolg van een aanhoudende verslechtering van de productiecapaciteit van de economie van het eurogebied, verdere stijging van de prijzen voor energie en voedingsmiddelen, een toename van de inflatieverwachtingen boven onze doelstelling of hoger dan verwachte loonstijgingen. Maar als de energiekosten of de vraag op middellange termijn zouden afnemen, zou dit de druk op de prijzen verminderen.
Financiële en monetaire omstandigheden
Vooruitlopend op een verdere normalisering van het monetair beleid in reactie op de inflatievooruitzichten zijn de marktrentes toegenomen. Krediet aan bedrijven is de afgelopen maanden duurder geworden en de rentetarieven voor bankleningen aan huishoudens staan nu op het hoogste peil in meer dan vijf jaar. Naar volume is de kredietverlening van banken aan bedrijven tot nu toe krachtig gebleven, onder meer als gevolg van de behoefte om de hoge productiekosten en de voorraadopbouw te financieren. De hypothecaire kredietverlening aan huishoudens matigt als gevolg van strengere toekenningscriteria, stijgende leenkosten en een zwak consumentenvertrouwen.
Conclusie
Samengevat: we hebben vandaag de drie basisrentetarieven van de ECB met 75 basispunten verhoogd, en we verwachten de rentetarieven verder te verhogen, omdat de inflatie nog steeds veel te hoog is en waarschijnlijk voor langere tijd boven onze doelstelling blijft. Deze belangrijke stap vervroegt de transitie van de huidige zeer accommoderende beleidsrentetarieven naar een niveau dat zal zorgen voor een tijdige terugkeer van de inflatie naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn.
Onze toekomstige rentebesluiten zullen gebaseerd blijven op data en een benadering per vergadering volgen. We staan klaar om al onze instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze inflatiedoelstelling op middellange termijn.
We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- [email protected]
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media